april 22, 2024

Het fiscale kantelpunt naar een vennootschap is geen vast omzetcijfer, maar het moment waarop de voordelen van een geoptimaliseerde verloning de hogere structuurkosten van een BV overtreffen.

  • Het verlaagd tarief van 20% in de vennootschapsbelasting is de eerste grote hefboom, maar vereist een minimumbezoldiging van €45.000.
  • De reële kost van een BV omvat verborgen uitgaven zoals boekhoudkosten en publicaties, die het fiscale voordeel kunnen uithollen.

Aanbeveling: De enige manier om uw persoonlijke kantelpunt te vinden, is door een waterdicht financieel plan op te stellen dat verschillende scenario’s voor inkomsten, kosten en verloning simuleert.

Uw omzet groeit, de opdrachten stromen binnen en de klanten zijn tevreden. Maar uw aanslag in de personenbelasting groeit helaas mee. Als succesvolle freelancer komt u onvermijdelijk op een punt waarop u zich afvraagt: is het niet tijd om de overstap te maken naar een besloten vennootschap (BV)? Het is een vraag die even logisch als complex is, want het antwoord is veel genuanceerder dan een simpel ‘ja’ of ‘nee’.

Velen staren zich blind op het lagere tarief van de vennootschapsbelasting (20% of 25%) vergeleken met de progressieve schijven van de personenbelasting, die kunnen oplopen tot 50%. Deze vergelijking is echter te kort door de bocht. Ze negeert een cruciaal element: het geld moet uiteindelijk nog vanuit de vennootschap naar uw privévermogen vloeien, wat opnieuw belast wordt. Bovendien brengt een vennootschap extra kosten en administratieve verplichtingen met zich mee die u als eenmanszaak niet had.

De ware analyse gaat dus niet over het vergelijken van twee belastingtarieven. De kernvraag is: op welk punt wordt de totale fiscale en administratieve kost van de BV-structuur lager dan de belastingdruk in uw eenmanszaak? Dit artikel breekt met de mythe van het ‘magische omzetcijfer’. We hanteren de pragmatische bril van een accountant om het échte kantelpunt te definiëren. Dit doen we door de kosten, de optimalisatiemogelijkheden en de strategische keuzes die voor u liggen, stap voor stap te ontleden.

In dit artikel ontdekt u de concrete factoren die uw persoonlijke kantelpunt bepalen. We duiken in de voorwaarden, de verborgen kosten en de slimste manieren om uw inkomen te optimaliseren, zodat u een weloverwogen beslissing kunt nemen over uw professionele toekomst.

Waarom is het verlaagd tarief van 20% cruciaal voor startende vennootschappen?

Het meest aangehaalde voordeel van een vennootschap is het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting. Voor ‘kleine’ vennootschappen bedraagt dit 20% op de eerste schijf van €100.000 winst. Dit tarief is een krachtige hefboom die het kantelpunt aanzienlijk kan vervroegen. In vergelijking met het standaardtarief van 25% betekent dit dat u een maximale belastingbesparing van €5.000 per jaar realiseert. Voor een freelancer met een stabiele, groeiende winst is dit een direct en tastbaar voordeel dat de hogere werkingskosten van een BV kan compenseren.

Dit gunstige tarief is echter geen automatisme. De fiscus koppelt er strikte voorwaarden aan, waarvan de bezoldigingsregel de belangrijkste is. Om van het verlaagd tarief te genieten, moet de vennootschap aan minstens één van haar bedrijfsleiders een loon uitkeren van minimaal €45.000. Is de belastbare winst lager dan €90.000, dan volstaat een loon gelijk aan de helft van die winst. Voor startende vennootschappen geldt er gelukkig een vrijstelling gedurende de eerste vier boekjaren.

Om in aanmerking te komen, moet u dus voldoen aan een specifieke checklist:

  • Uw vennootschap moet als ‘klein’ kwalificeren (o.a. omzet lager dan €9 miljoen excl. btw).
  • U moet de regel van de minimumbezoldiging van €45.000 respecteren (tenzij u starter bent).
  • Meer dan 50% van de aandelen moet in handen zijn van natuurlijke personen.
  • De vennootschap mag geen ‘financiële vennootschap’ zijn, wat betekent dat de waarde van beleggingen niet meer dan 50% van het balanstotaal mag uitmaken.

Hoe overtuigt u de notaris en de bank met een waterdicht financieel plan?

De overstap naar een BV is niet louter een fiscale keuze; het is een formele, juridische stap die begint bij de notaris. En die notaris zal, net als de bank, één cruciaal document van u verlangen: een overtuigend financieel plan. Dit plan is veel meer dan een formaliteit. Het is de eerste stresstest voor uw onderneming en uw bewijs van professionaliteit. Het toont aan dat u niet alleen een goed idee heeft, maar ook de financiële realiteit ervan volledig doorgrondt.

Een waterdicht plan bevat een realistische inschatting van de verwachte inkomsten en uitgaven voor de eerste twee jaar. Dit omvat een gedetailleerde begroting met daarin de oprichtingskosten, die in België gemiddeld tussen €1.700 en €2.300 liggen (inclusief notariskosten, registratierechten en publicatie in het Staatsblad). Het negeren of onderschatten van deze kosten is een rode vlag voor elke professional die uw plan beoordeelt.

Maar een sterk plan gaat verder dan een optimistische projectie. Het toont veerkracht door verschillende scenario’s te analyseren: een realistisch, een optimistisch en een pessimistisch scenario. Dit toont aan dat u heeft nagedacht over mogelijke tegenslagen en hoe u de liquiditeit van uw vennootschap garandeert, zelfs als de zaken minder vlot lopen dan gehoopt. Het bewijst dat het aanvangsvermogen toereikend is om de eerste twee jaar te overbruggen.

Visualisatie van drie financiële scenario's voor een Belgische BV

Zoals de visualisatie hierboven illustreert, is het doel niet om de toekomst te voorspellen, maar om te laten zien dat u voorbereid bent op verschillende uitkomsten. Dit wekt vertrouwen en overtuigt de notaris van de levensvatbaarheid van uw project, wat essentieel is om uw oprichtersaansprakelijkheid te beperken. Een goed plan is uw ticket naar een vlotte start.

Dividend of loon: wat is de slimste manier om geld uit uw BV te halen?

Eenmaal de winst in de vennootschap zit tegen het gunstige tarief, volgt de volgende uitdaging: hoe haalt u dat geld er zo fiscaalvriendelijk mogelijk uit voor privégebruik? Dit is de kern van de fiscale optimalisatie en een cruciale factor in de berekening van uw kantelpunt. De twee meest courante methodes zijn het uitkeren van een loon en het toekennen van een dividend. De juiste balans vinden tussen deze twee is een strategische oefening.

Een loon als bedrijfsleider is de meest directe weg. Het nadeel is dat dit loon onderworpen is aan progressieve personenbelasting (tot 50%) en hoge sociale bijdragen (ongeveer 20,5%). Het voordeel is dat dit loon een aftrekbare kost is voor uw vennootschap, wat de belastbare winst verlaagt. Bovendien is een minimumloon van €45.000 vaak een voorwaarde om van het verlaagde vennootschapstarief te genieten.

Een dividend is een uitkering van de winst na belasting. Het standaardtarief van de roerende voorheffing hierop is 30%. Dit lijkt hoog, maar de totale belastingdruk (eerst 20% vennootschapsbelasting, dan 30% roerende voorheffing) is vaak lager dan de 50% personenbelasting op een hoog loon. Bovendien geldt in België voor dividenden een vrijstelling voor roerende inkomsten tot €833 per persoon per jaar (aanslagjaar 2025). Er bestaan ook verlaagde tarieven, zoals het VVPR-bis regime, waar we later op ingaan. De slimste strategie is vaak een combinatie: een loon uitkeren dat hoog genoeg is voor uw privébehoeften en om te voldoen aan de voorwaarden, en de resterende winst na een bepaalde periode als dividend uitkeren.

De fout om te denken dat een vennootschap enkel fiscale voordelen heeft zonder extra kosten

Een veelgemaakte fout bij de overstap naar een vennootschap is het focussen op de lagere belastingtarieven zonder een realistisch beeld te hebben van de bijkomende kosten. Een BV brengt een hogere ‘cost of ownership’ met zich mee, die u moet incalculeren om uw ware kantelpunt te bepalen. Deze kosten zijn zowel direct als indirect en kunnen het fiscale voordeel aanzienlijk verminderen als ze niet goed beheerd worden.

De overstap van een vereenvoudigde naar een dubbele boekhouding is de grootste kostenpost. De complexiteit neemt toe, wat resulteert in hogere honoraria voor uw accountant. Reken op een aanzienlijke meerkost per jaar in vergelijking met een eenmanszaak. Daarnaast zijn er diverse jaarlijks terugkerende verplichtingen die elk hun eigen prijskaartje hebben.

Hier is een checklist van de meest voorkomende extra kosten die vaak over het hoofd worden gezien:

  • Jaarlijkse boekhoudkosten: Reken op €2.500 tot €3.000 extra in vergelijking met een eenmanszaak.
  • Publicatie van de jaarrekening: Jaarlijks neer te leggen bij de Nationale Bank, kostprijs varieert tussen €350 en €500.
  • Vennootschapsbijdrage: Een jaarlijkse verplichte bijdrage die varieert van €384,44 tot €960,26 afhankelijk van uw balanstotaal.
  • Administratie: Het organiseren van een algemene vergadering, het bijhouden van verslagen en het UBO-register vergen tijd en dus indirect ook geld.

Gelukkig kunnen deze kosten deels worden gecompenseerd door slimme digitalisering. Belgische KMO’s die investeren in digitalisering rapporteren een significante tijdsbesparing op administratieve taken. Door gebruik te maken van cloud-based boekhoudsoftware en automatische facturatie kunnen de extra administratieve lasten van een BV met 20-30% worden gereduceerd. Dit is geen luxe meer, maar een noodzaak om de BV-structuur efficiënt te beheren.

Wanneer moet u winst reserveren om later aan 10% belasting uit te keren?

Een van de meest interessante langetermijnstrategieën voor een BV is het aanleggen van een liquidatiereserve. Dit mechanisme laat u toe om winst na vennootschapsbelasting te ‘reserveren’. Bij de vereffening (liquidatie) van uw vennootschap kunt u deze reserves dan belastingvrij ontvangen. U betaalt dus enkel de vennootschapsbelasting (20% of 25%) en vermijdt de roerende voorheffing.

Nog interessanter is dat u niet hoeft te wachten tot de liquidatie. U kunt deze reserves ook als dividend uitkeren na een wachttermijn. Vroeger was dit na 5 jaar tegen een tarief van 5% roerende voorheffing, maar de wetgeving verandert. Het is een krachtig instrument, maar het vereist geduld en een langetermijnvisie. Het is een afweging tegenover het VVPR-bis regime, dat een dividenduitkering aan 15% toelaat na 3 jaar wachttijd (voor nieuwe aandelen).

De recente begrotingsakkoorden hebben de spelregels echter gewijzigd. Het is essentieel om de impact van deze veranderingen te begrijpen. De onderstaande tabel geeft, op basis van een analyse van de geplande wijzigingen, een overzicht van de evolutie.

Vergelijking Liquidatiereserve en VVPR-bis (indicatief)
Regime Wachttermijn Tarief Roerende Voorheffing Opmerking
Liquidatiereserve (voor 2025) 5 jaar 5% Totale druk (20% + 5% op 80%) = 24%
VVPR-bis 3 jaar 15% Totale druk (20% + 15% op 80%) = 32%
Liquidatiereserve (bij liquidatie) 0% Totale druk = 20% (enkel VenB)
Tijdslijn visualisatie van liquidatiereserve strategie voor Belgische KMO

Zoals de grafiek en de tabel aantonen, is de keuze niet altijd eenvoudig en hangt ze af van uw tijdshorizon. Wilt u sneller toegang tot uw geld (VVPR-bis na 3 jaar) of bent u bereid langer te wachten voor een lager tarief (liquidatiereserve)? Deze strategische beslissing heeft een grote impact op uw uiteindelijke netto-inkomen.

Waarom is uw dieselwagen vanaf 2025 financieel onhoudbaar in Vlaanderen?

De bedrijfswagen is een klassieker in het Belgische verloningspakket en een belangrijk optimalisatie-instrument binnen een vennootschap. De fiscale behandeling van bedrijfswagens is de laatste jaren echter drastisch gewijzigd, met een duidelijke focus op vergroening. Voor freelancers die de overstap naar een BV overwegen, is de keuze van de wagen een beslissing met grote financiële gevolgen. Concreet wordt een nieuwe diesel- of benzinewagen fiscaal steeds minder interessant.

De aftrekbaarheid van de kosten (aankoop, verzekering, brandstof) wordt berekend via een gramformule die de CO2-uitstoot bestraft. Voor wagens aangekocht vanaf 1 juli 2023 wordt de aftrekbaarheid stelselmatig afgebouwd. De situatie wordt echt precair vanaf 2025: de minimumaftrek van 50% (of 40% voor wagens met hoge uitstoot) verdwijnt. Voor fossiele brandstofwagens aangekocht vanaf 2026 daalt de aftrekbaarheid naar nul. Voor veel bestaande dieselwagens betekent dit dat de aftrekbaarheid van de kosten van 100% naar 0% daalt tegen 2028.

In schril contrast hiermee staat de elektrische wagen. Voor elektrische wagens aangekocht voor 1 januari 2027 blijft de fiscale aftrekbaarheid 100%. Bovendien is het Voordeel van Alle Aard (VAA) – het bedrag dat u privé betaalt voor het gebruik van de bedrijfswagen – significant lager voor elektrische modellen. Een vergelijkende studie toont aan dat de keuze voor een elektrische wagen in een BV-context, rekening houdend met de Total Cost of Ownership (TCO), kan leiden tot een jaarlijks voordeel van €3.000 tot €5.000 in vergelijking met een gelijkaardig dieselmodel. Het kantelpunt voor uw BV wordt dus ook beïnvloed door de keuze op uw oprit.

Wanneer moet u uw Winwinlening aangeven om het jaarlijks belastingvoordeel te innen?

Wanneer u eenmaal een vennootschap heeft, komen er ook nieuwe mogelijkheden op het vlak van financiering. Voor KMO’s in Vlaanderen is de Winwinlening een interessant instrument om kapitaal aan te trekken. Het moedigt particulieren (vrienden, familie, kennissen) aan om geld te lenen aan een KMO in ruil voor een aantrekkelijk fiscaal voordeel. Hoewel dit op het eerste gezicht een instrument voor de investeerder lijkt, is het voor de ondernemer een manier om aan goedkopere financiering te geraken en tegelijk zijn netwerk te betrekken bij zijn onderneming.

Het mechanisme is eenvoudig: een particulier leent een bedrag tot €75.000 aan uw KMO voor een vaste looptijd van 5 tot 10 jaar. De investeerder ontvangt hiervoor een jaarlijks belastingkrediet van 2,5% op het openstaande kapitaal. Indien uw vennootschap failliet zou gaan, kan de investeerder bovendien 30% van het verloren bedrag recupereren via een eenmalig belastingvoordeel. Dit verlaagt het risico voor de investeerder aanzienlijk en maakt uw onderneming aantrekkelijker voor private financiering.

Voor de investeerder is het cruciaal om de lening correct aan te geven om van het voordeel te genieten. Het proces vereist nauwgezetheid, maar is relatief eenvoudig als de stappen correct worden gevolgd.

Actieplan: Hoe uw investeerder de Winwinlening correct aangeeft

  1. Registratie: De lening moet binnen drie maanden na afsluiten geregistreerd worden bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV). Zorg ervoor dat dit als ondernemer in orde is.
  2. Contract: Zorg voor een schriftelijke, geregistreerde overeenkomst met een duidelijke looptijd en rentevoet.
  3. Aangifte door investeerder: De investeerder moet het geleende bedrag jaarlijks aangeven in Vak X, rubriek A van zijn personenbelastingaangifte.
  4. Correcte codes: De codes die gebruikt moeten worden zijn 1338-23 voor het openstaande kapitaal en 1153-11/2153-78 voor de ontvangen interesten.
  5. Attest ontvangen: Uw vennootschap moet de investeerder jaarlijks een attest bezorgen met het openstaande saldo op 31 december, dat hij bij zijn aangifte moet voegen.

Kernpunten om te onthouden

  • Het fiscale kantelpunt van eenmanszaak naar BV is een persoonlijke berekening, geen vast omzetcijfer.
  • De totale kost van een BV (boekhouder, publicaties) is even belangrijk als het lagere belastingtarief. Analyseer de ‘Total Cost of Structure’.
  • Ware optimalisatie zit in de strategische mix van loon, dividenden en voordelen van alle aard (zoals een elektrische wagen).

Hoe digitaliseert u uw KMO-administratie zonder uw personeel tegen u in het harnas te jagen?

De overstap naar een vennootschap betekent onvermijdelijk een toename van de administratieve last. Een dubbele boekhouding, het opstellen van verslagen, het neerleggen van een jaarrekening… het vergt meer structuur en discipline. In de 21e eeuw is de enige logische en kostenefficiënte manier om hiermee om te gaan, doorgedreven digitalisering. Het is niet langer een optie, maar een voorwaarde voor een gezonde en schaalbare bedrijfsvoering.

Automatisering en digitalisering zijn de sleutel om de hogere structurele kosten van een BV te beheersen. Moderne boekhoudpakketten in de cloud, tools voor automatische facturatie en digitale onkostennota’s kunnen de tijd die u aan administratie besteedt drastisch verminderen. Studies tonen aan dat KMO’s die digitaliseren tot 30% kunnen besparen op hun administratieve kosten. Hoewel volgens recente cijfers nog maar 16,4% van de Belgische KMO’s al AI gebruikt, is de trend onomkeerbaar.

De overheid duwt KMO’s ook steeds meer in deze richting. De verplichting tot elektronische facturatie (e-invoicing) via het Peppol-netwerk, die vanaf 1 januari 2026 voor alle B2B-transacties in België zal gelden, is daar het beste voorbeeld van. Bedrijven die anticiperen en nu al overschakelen, genieten niet alleen van een efficiëntiewinst (zoals 20-30% tijdsbesparing op facturatieprocessen), maar ook van fiscale stimuli zoals een tijdelijk verhoogde kostenaftrek. De vraag is dus niet óf u digitaliseert, maar hoe snel.

De overstap naar een vennootschap is een strategische beslissing die verder gaat dan een eenvoudige belastingberekening. Om uw persoonlijke kantelpunt exact te bepalen en de juiste keuzes te maken op het vlak van verloning en investeringen, is de volgende stap een grondige analyse van uw cijfers met een gespecialiseerde accountant. Zo transformeert u een complexe fiscale vraag in een duidelijk plan voor de toekomst.

Marc Vandevelde, Gecertificeerd fiscaal accountant (ITAA) met meer dan 20 jaar ervaring in vermogensplanning en bedrijfsfiscaliteit voor KMO's in Vlaanderen. Hij is gespecialiseerd in optimalisatietechnieken voor vennootschappen, vastgoedfiscaliteit en successieplanning.